Anti-katholicisme

Een groot probleem was dat de Ieren die rond 1850 kwamen katholiek waren. De Verenigde Staten waren een door en door protestants land, vonden ze zelf. Pilgrim Fathers, Puriteinen: Amerika's geboorte droeg een protestants stempel. De eerste kolonisten en veel pioniers na hen kwamen om hun protestantse geloof in vrijheid te beleven. De cultuur was daar een resultante van. Amerika was een land van beweging, van individualisme, van experimenten, van onafhankelijke meningsvorming. Dat alles lag opgesloten in de grondwet, in het politieke systeem, maar vooral in de manier waarop Amerikanen in de wereld stonden. Scheiding van kerk en staat, een republikeins gedachtegoed, het concept van eigen verantwoordelijkheid, onafhankelijkheid, warsheid van centraal gezag.

 

De Ieren en de Duitsers werden verantwoordelijk gehouden voor drankmisbruik en kiezersbedrog.

 

 

 

Al die eigenschappen botsten met de basiskenmerken van het katholicisme. De Katholieke Kerk was alles behalve flexibel, maar juist gebouwd op dogma's. De katholieke kerk was niet gebaseerd op individuele verantwoordelijkheid maar op centraal gezag en hiërarchie. De Paus was de baas, niet een gekozen president. De katholieke kerk was niet modern, niet nieuw, niet democratisch. De katholieke kerk, kortom, was een vijand van alles waar Amerika voor stond.

In 1841, toen de aantallen katholieke Ieren en Duitsers nog beperkt waren, had hun aanwezigheid al geleid tot anti-katholieke retoriek. Dat jaar riep Samuel Morse, de uitvinder van de telegraaf, al op tot een totale stop op immigratie van katholieken. Hij zag een katholieke samenzwering om de Amerikaanse democratie te ondermijnen en te onderwerpen aan Rome. Volgens Morse was de leiding in handen van Prins Metternich van Oostenrijk, geholpen door een leger van Jezuïten. ‘Sta op! Sta op! Ik smeek u!', schreef Morse. ‘Word wakker! Neem de stellingen in! Sluit de open poorten! Uw vijanden, verkleed als vrienden, komen met duizenden tegelijk uw ruïne binnenstromen door de open poorten van naturalisatie'.

Morse was niet de enige bangmaker, wel de bekendste. Andere samenzwerings adepten wisten heel zeker dat president Washington op de paus doelde toen hij bij zijn afscheid in 1797 Amerika opriep zich niet te verbinden met buitenlandse mogendheden. Anderen meenden dat de Mississippi door de paus geclaimd werd. Ze hadden gehoord dat de vallei van de rivier al zou zijn opgemeten en in kaart was gebracht door de Jezuïten. Met zoveel onderhuidse angst en de Amerikaanse voorliefde voor samenzweringen, is het niet zo vreemd dat de explosie van katholieke immigranten uit Ierland en Duitsland een heftige reactie teweeg bracht.

Alle elementen van Amerika's anti-katholieke nachtmerries zijn verwerkt in mijn favoriete prent van Thomas Nash, de beste politieke tekenaar die Amerika heeft gekend. Nash is trouwens degene die de symbolen voor de Democratische en Republikeinse Partij heeft bedacht, de ezel en de olifant; hij hield ervan om politieke situaties in een dierenrijk te plaatsen. Zijn prent The American River Ganges – in zijn originele vorm – geeft een prachtig beeld van dat bange Amerika, zich voorbereidend op de invasie van de katholieke horden. Hij dateert uit 1871 en bevat elementen die pas later een rol gingen spelen, zoals de strijd van de openbare versus de katholiek scholen, de macht van Tammany Hall en de politieke machine van de Ieren, maar het is een perfecte weergave vand e sfeer die al in de jaren vijftig heerste.

We zien een rivier, met een strandje aan de voet van de klif waarop bange burgers bij elkaar klonteren. Op de klif staan politici, één herkenbaar als de baas van Tammany Hall, Boss Tweed, die kleine kinderen de rivier in gooit. In de rivier zwemmen bisschoppen, in de vorm van krokodillen, de twee punten van hun mijters voorzien van scherpe tanden. De gezichten van de bisschoppen hebben een teruggetrokken kin, wat algemeen werd gezien als typisch Iers. Op de achtergrond in de verte zien we het Capitool in Washington, voorzien van vlaggen van het Vaticaan en een kruis op de koepel. Voor wie het nog niet had begrepen staat op de fries: Political Church. Op de klif zien we Lady Liberty die wordt weggevoerd naar de galg. De openbare scholen zijn ruïnes geworden, met een vlaggenmast erop waaraan de Amerikaanse vlag op zijn kop hangt, het noodsignaal. Door de rivier de Ganges te noemen, suggereert Nash bizar en exotisch on-Amerikanisme en verbindt hij de katholieken met een geloof dat Amerikanen in die tijd primitief en fanatiek vonden – het Hinduïsme.

Het is niet zo dat er voor de Ieren geen katholieken in Amerika woonden. Natuurlijk wel. Maar die katholieken waren vrij protestants in hun cultuur. Ze runden hun eigen parochies en huurden hun eigen priesters in. Niemand had daar problemen mee. Nou ja, bijna niemand: in 1834 stak een opgeruide menigte de brand in een katholiek klooster aan de rand van Boston. De Broad Street Riot, die de stad drie jaar later opschudde, begon toen de brandweer, op de terugweg van een alarm, vastliep op een Ierse begrafenisstoet. Zo'n 15.000 mensen raakten betrokken bij de gevechten. Velen raakten gewond en de Ierse wijk lag in puin.

De voedingsbodem was er al lang, maar pas toen eind jaren veertig de katholieken met tienduizenden tegelijk de oostkust overspoelden, kwam een sterke anti-katholieke, anti-immigranten beweging op. Hij zou snel aan politieke invloed winnen en snel weer verdwijnen, zoals dat gaat met one issue partijen.