Signature issues

Onderwerpen die bij een een bepaalde politicus horen. Presidenten nemen graag een voorschot op het politieke gevecht door zich bepaalde onderwerpen toe te eigenen. Ze zeggen: ‘we own that issue’. Het gaat over de zaken waar de kandidaat voor staat en waarop hij anderen eigenlijk niet toestaat een standpunt te verwoorden dat ook maar in de buurt van het zijne komt.

Om er wat aan te hebben moet het natuurlijk wel een onderwerp zijn dat je onderscheidt. Zo kan zonder meer gezegd worden dat belastingen een signature issue zijn van iedere Republikein, maar daarmee heb je er weinig meer aan. Inmiddels zijn George W. Bush en de War on Terrorism misschien wat meer synoniem dan hem misschien lief is. Aan de andere kant kan geen kandidaat meer krediet claimen als bestrijder van terrorisme van Rudolp Giuliani – ook al is dat krediet vooral gebaseerd op zijn succesvol crisismanagement.

Liever bewaren we signature issue voor één specifiek onderwerp dat een politicus gebruikt om zichzelf neer te zetten – met name als hem dat onderscheidt van de rest. Mocht Al Gore zich nog vertonen in deze campagne dan mag je zeggen dat milieu en global warming zijn signature issues zijn. Geen andere kandidaat zal erbij in de buurt kunnen komen.

Voorbeelden uit het verleden: president Tyler koppelde zijn regering aan het opnemen van Texas in de Unie; president Cleveland wilde de importheffingen verlagen; Wilson is voorgoed vastgeklonken aan de Volkenbond, Clinton aan de gezondheidszorg. In al deze gevallen kwam de president met een duidelijk, ondubbelzinnig doel dat hij wilde verwezenlijken, een transformative policy commitment in het jargon van politicologen.

Dat klinkt allemaal leuk en aardig maar signature issues kunnen ook averechts werken. Je kunt ermee gekozen worden maar ze kunnen je presidentschap ook compleet laten ontsporen. Dat geldt vooral als een dergelijk onderwerp de president zélf isoleert in plaats van zijn tegenstanders. De ervaring leert dat ideologische presidenten gemakkelijker een onderwerp kunnen uitspelen dan presidenten die in het midden moeten balanceren.

Democratisch president Grover Cleveland (1885-1889) wijdde in 1887 zijn hele jaarlijkse boodschap aan een programmapunt dat de Democraten al jaren probeerden te verwezenlijken: verlaging van de importheffingen. Hij presenteerde het als een onderwerp ‘whose time had come’. Cleveland wilde zijn tegenstanders voor het blok zetten, maar het werkte precies omgekeerd: ze sloten de gelederen en schilderden Cleveland af als een onverbeterlijk product van de Democratische machine.

Evenzo was president Clinton (1993-2001) vastbesloten om het onderwerp van miljoenen Amerikanen zonder ziektekostenverzekering, dat al tientallen jaren op de Democratische agenda stond, serieus aan te pakken. Helaas slaagde hij er niet in het los te koppelen van andere langdurige negatieve associaties met Democraten, zoals hoge uitgaven, te veel bureaucratie en hoge belastingen, waardoor dit onderwerp juist zijn tegenstanders energie gaf, Dat Hillary Clinton er de verantwoordelijkheid voor had gekregen, maakte het nog erger. Clintons tegenstanders lachten zich rot. Via zijn vrouw konden ze de president aanvallen.

Kortom, een signature issue geeft het nieuwe, het radicale van een president aan. Maar als die nieuwe wijn dan in oude zakken wordt geschonken – en die verleiding is voor een politicus altijd groot – dan blijft er weinig van over.