Do as you preach

Een attente lezer wees me er op dat ik met het blog over de haatzaaier precies deed waartegen mijn oproep gericht was, de zielepoot aandacht geven.

Hij had gelijk. Mijn irritatie was gewekt door onze minister van justitie en zijn geneuzel. Maar dat is geen excuus. Omdat ik blogs nooit weghaal blijft hij staan.

Helaas kunnen we de leider van de vrije wereld, ook een haatzaaier maar dan een met invloed, niet boycotten.

Bijna net zoveel doden in Puerto Rico als bij 9/11.

Niet 64 maar bijna 3000 doden in Puerto Rico vorig jaar. Ongeveer net zoveel als met 9/11, aan de andere kant minder dan er per maand in Amerika een overdosis opioids nemen.

Trump heeft niets gedaan in Puerto Rico. Dat hij ook in Texas weinig te melden had, is minder erg. Texanen hebben een hekel aan de overheid, laten ze steeds blijken. Maar in Puerto Rico, de laatste Amerikaanse kolonie, hebben ze weinig keuze.

Kunnen we de haatzaaier niet gewoon negeren?

Het dwaallicht dat de partij van de haatzaaiers in Nederland aanvoert, krijgt wat hij wil. Ik zeg niet ‘wat hij verdient’, al zou ik in mijn visie op vrije meningsuiting dat best mogen zeggen. Ik heb nog net iets te veel beschaving om iemand dood te wensen, ook al wenst hij zichzelf met de dood bedreigd. Hij wilde de felst mogelijke reacties, hij krijgt ze. De haatzaaier heeft, kortom, nergens over te klagen.

Want alle gelamenteer over verwerpelijk, afzichtelijk en niet acceptabel gaat voorbij aan de zieligheid van Geert Wilders. Zijn cartoonwedstrijd (wat een orginele gedachte van deze intellectuele voorganger) is enkel bedoeld om in de stilte rondom zijn mislukte clubje wat roering te brengen. Toegegeven, een blote Wilders zou dat niet kunnen maar wat is hij jaloers op Baudet die wel publiciteit en wel kiezers weet te trekken.

Ja, het past in de vrijheid van meningsuiting zoals ik hem beleef om Wilders alle vrijheid te geven te roepen wat hij wil, of het nu over de islam, over zijn poezen  of over Marokkaanse medeburgers gaat. Natuurlijk mag hij dat. En ik mag zeggen dat zijn enige, nu bereikte, doelstelling is om publiciteit te krijgen. Hij vroeg om een doodsbedreiging en hij krijgt hem.

Heel Den Haag en het komkommerjournaille op zijn achterste benen maar kunnen we haatzaaiers als Wilders en Trump niet gewoon negeren? Je kunt ook met die doodsbedreiging omgaan als je niet alle publiciteit eromheen gooit. En kunnen we iedere keer als het weer over ‘afschuwelijk’ en ‘verwerpelijk’ gaat ook vaststellen dat de heer Wilders een verwerpelijk, afschuwelijk mens is, iemand met een verdraaide geest die na 20 jaar in de politiek (gefeliciteerd nog – tijd voor een echte baan?) helemaal niets bereikt heeft dan dat hij permanent bedreigd wordt.

Ik gun dat niemand en ik ga ook niet zeggen dat hij erom gevraagd heeft, al zou mijn vrijheid van meningsuiting dat toestaan. Ik kan wel zeggen dat het me moeilijk valt om medeleven met hem uit te spreken.

Ondertussen gaat het natuurlijk nergens over. Geen zichzelf respecterende cartoonist leent zich voor dit politieke standwerk. Dat is precies wat Wilders niet begrijpt. Als een cartoonist een plaatje maakt waarin hij het nodig en nuttig vindt Mohammed te beledigen, dan mag dat. Zijn of haar vrijheid mag niet aan banden gelegd worden. Als een mislukt populist enkel uit is op een effect en niet op substantie, dan mag dat ook. Maar dan hoef ik geen medelijden te hebben.

McCain kan Trump nog wel eens lelijk opbreken.

Naar mijn smaak zijn de eerbetonen aan John McCain wat al te hoogdravend. Maar de man is dood, dus dat mag. In elk geval deze week.

Ik vond dat McCain niet kritisch genoeg was – in het openbaar – tegen Trump maar ik vermoed dat dit ook een week van wraak wordt.

De psycho in het Witte Huis – zich gedrukt voor Vietnam – was niet in staat om een behoorlijke tweet uit zijn kleine vingers te krijgen. Hij bidt voor de familie en Trumps geloof kennende, heb je daar weinig aan. Maar geen woord over McCain zelf. Trump kan geen respect tonen voor iemand die niet zijn voeten kust.

Dit wordt opnieuw een moeilijke week voor de narcist. McCain heeft Trump, naar verluidt, verzocht niet op zijn begrafenis te komen. En dus zullen daar in de National Cathedral beschaafde presidenten een woordje doen over de senator: Bush, Obama misschien Clinton. De huidige president zal afwezig zijn en de reden zal zelfs op Fox News genoemd moeten worden: de kleinzieligheid, de kleingeestigheid van deze man.

Ik heb zo’n gevoel dat dit voor de bewondering van de idolate Trump aanhangers meer schade zal doen dan de veroordelingen vorige week en over twee weken. Zoete wraak van McCain.

Kanttekeningen bij John McCain (1936-2018).

Het overlijden van senator John McCain zal heel wat artikelen opleveren, de meeste lovend. Zelfs deze hork van een president, die tijdens zijn campagne McCain tot op het bot beledigde en hem ook later met minachting behandelde, zal een positieve tweet loslaten – als zoiets in zijn repertoire is te vinden. De Republikeinen in het Congres zullen luid jammeren, ondertussen tevreden hun knopen tellend want McCain was geen gewone ruggegraatloze Republikein die keurig meestemde met de club – ook al deed hij dat veel te vaak.

Over de doden niets dan goeds, maar voordat John McCain in de dood heilig wordt verklaard, is het gepast om wat kanttekeningen te zetten bij zijn leven. Niet bij zijn militaire carrière. Als kleinzoon en zoon van admiralen was het voor McCain niet gemakkelijk zijn eigen positie te vinden maar hij toonde zich moedig toen hij als piloot in Noordvietnamese krijgsgevangenschap belandde. Hij weigerde vroeger te worden vrijgelaten dan minder lang gevangen zittende collega’s omdat hij niet wilde dat de Noordvietnamezen daar een nummertje van zouden maken. Hij bleef zijn hele leven last houden van de fysieke problemen die zijn landing na het verlies van zijn vliegtuig had opgeleverd – hij kon zijn armen niet boven zijn schouders optellen. Naar de psychische problemen kunnen we enkel raden. Allemaal bewonderenswaardig, behalve voor de huidige bewoner van het Witte Huis die dienstplicht in Vietnam ontweek.

Nee, het is de politieke carrière van McCain die iets meer aandacht vraagt dan hij meestal krijgt. McCain won zijn zetel in het Huis van Afgevaardigden in 1982 en zijn senaatszetel voor Arizona in 1986. Zijn eerste politieke blunder beging hij door wetgeving te steunen ten gunste van de oplichters die de Savings and Loans Crisis van het midden van de jaren tachtig hielp – een vergeten hoofdstuk waarin de federale overheid (onder Ronald Reagan als profeet van de vrije markt) miljarden besteedde om lokale rotte banken te redden. McCain was een van de Keating Five (vijf senatoren van wie er overigens vier Democratisch waren, McCain was Republikein) die in 1989 wetgeving opstelden om Charles Keating te helpen, wiens Lincoln Savings and Loan, gevestigd in Irvine, Californië, in 1989 ineenstortte. De kosten voor de belastingbetaler waren 3,4 miljard dollar. Hoe kreeg Keating dat gedaan? Hij stortte in totaal 1,3 miljoen dollar in de kassen van deze vijf senatoren. Wat je noemt een goede investering. De vijf werden onderzocht door een ethisch committee dat niet verder ging (voor McCain) dan ‘poor judgement’. McCain was een persoonlijk vriend geworden van Keating, die in Arizona woonde. Familieleden van McCain hadden in projecten van Keating geïnvesteerd. Hij kwam ermee weg omdat het gebeurde toen McCain nog afgevaardigde was – de Senaat had daar geen oordeel over.

In het voordeel van McCain moet gezegd dat ervan leerde, want hervorming van de financiering van de politiek in de VS werd McCains item. De McCain-Feingold Act van 2002 deed dat. Het conservatieve Supreme Court hielp de wetgeving echter om de zeep in de inmiddels beruchte uitspraak Citizens United die onbeperkte financiering, ook door bedrijven, mogelijk maakte. De tweepartijenwetgeving van McCain-Feingold zou met de huidige polarisatie en verkettering niet meer mogelijk zijn.

McCain voerde al in 2000 campagne voor het presidentschap. Het is misschien moeilijk voor te stellen maar hij was toen de ‘maverick’, iemand die recht voor zijn raap en eerlijk met de kiezers omging. McCain reisde met een bus genaamd de ‘Straight Talk Express’, hield overal bijeenkomsten en won in februari 2000 de voorverkiezingen in New Hampshire. Wij, outsiders, dachten dat er misschien iets zou veranderen in de politiek. Dit was een interessante vent, iemand die durfde, ook al was hij zo conservatief dat we hem beleidsmatig niet vertrouwden. Maar het Republikeinse establishment schrok net op tijd wakker en schaarde zich achter hun trekpop, George W. Bush die ze beter konden controleren. In South Carolina verloor McCain vervolgens de voorverkiezingen na een ondermaatse campagne van Bush – wiens handlangers onder meer claimden dat McCains geadopteerde dochter (uit Bangla Desh) zwart was, zijn vrouw drugsverslaafd en hij zelf een homo. Bush wist de evangelische (en racistische) kiezers te mobiliseren en versloeg McCain, pretenderend dat hij met die campagne niets van doen had. Het maakte de senator behoorlijk bitter, een trek die hij nooit meer helemaal kwijtraakte. In 2004 had hij weinig coulance voor John Kerry, de Democratische kandidaat die in Vietnam zijn plicht had gedaan en, anders dan veel collega politici, zijn tijd diende. Kerry werd door de Bush campagne zwartgemaakt.

Natuurlijk steunde McCain de oorlog in Irak en Afghanistan, waarvan hij in zijn meest recente boek zegt dat het een fout was. Hij steunde natuurlijk ook de belastingverlagingen voor de rijken die Bush doorvoerde. Later in het decennium kreeg hij spijt van de blanco cheque die hij de Bush-Cheney-bende in de buitenlandse politiek had gegeven omdat die werd gebruikt om te martelen, volgens McCain Amerika onwaardig. McCain was een van de weinigen die vicepresident Dick Cheney, een fan van waterboarding, van repliek diende. Maar hij was een groot fan van de surge in 2007, de extra militairen die werden gestuurd in een laatste, op de korte termijn gelukte, poging om in Irak het tij te keren.

Wat McCain tijdens de Bush-jaren had geleerd was dat een Republikein de evangelische kiezers naar de mond moet praten. Niks geen straight talk, gewoon Republikeinse onzin. Hoewel hij in de aanloop naar de voorverkiezingen in 2008 bijna struikelde, haalde hij de nominatie dankzij het Republikeinse systeem van winner takes all. Daarmee kon McCain Mitt Romney de loef afsteken die door steeds net te verliezen al snel op een onmogelijke afstand stond.

McCain beging de grootste blunder van zijn leven door de gouverneur van Alaska, Sarah Palin, de domme gans versie van Trump, als running mate te vragen. De schande was dat hij een totaal ongeschikt persoon als mogelijk president voorstelde (dat doen Republikeinen wel vaker, zie Dan Quayle bij oude Bush en de protodictator Dick Cheney bij kleine Bush) maar het lage niveau van Palin was wel erg schandalig. De campagnestrategen die hem ompraatten hadden echter een fijne neus voor de ontwikkeling van het Republikeinse electoraat: het enthousiasme voor Palin was een vroege variant van de Trump waanzin. Waarom deed McCain het terwijl hij beter had moeten weten? Hij dreigde te verliezen van Barack Obama en wilde de campagne een elektrische schok geven. Tijdens de debatten met Obama toonde McCain zich geïrriteerd dat zo’n jonge upstart hem het leven moeilijk maakte. In deze fase van zijn politieke carrière was principieel niet een woord dat vanzelf opkwam bij McCain. Palin werd een doodsklap. Het toonde ook dat hij blind was voor de radicalisering die zich in de Republikeinse Partij voltrok.

McCain verloor dan ook volkomen terecht, nadat hij zichzelf tijdens de economische crisis in najaar 2008 nog tamelijk belachelijk had gemaakt met onzinvoorstellen en een onthutsend gebrek aan economische kennis. Wel legde hij, en dat was weer wel karakteristiek voor zijn persoon, eer in met een opmerking tegen een van zijn dommere kiezers dat, nee, Obama geen Arabier was (lees moslim) maar een degelijk man met wie hij van mening verschilde. Het was een van McCains weinige principiële hoogtepunten in deze campagne.

In 2009 was McCain een tegenstander van Obama’s economische plannen om de crisis aan te pakken omdat het te duur was – helaas had hij van dat soort voorbehoud nooit last als zijn Republikeinen de tekorten opjoegen door belastingen te verlagen. Uiteraard was McCain tegen Obamacare, al pleit het voor hem (een beetje) dat hij in 2017 de poging van Trump om die wetgeving de nek om te draaien frustreerde. Als onversneden havik was hij in 2008 voor Amerikaanse interventie in Georgië (dat ook NAVO lid moest worden volgens McCain) en later ook in de Oekraïne. Was McCain president geweest dan zou hij zeker Amerikaanse troepen naar Syrië hebben gestuurd.

Maar het meest teleurstellend moet toch wel zijn dat McCain met zijn geloofwaardigheid en gezag als oorlogsheld en serieus politicus niets deed om de treurigheid van de Trump kandidatuur aan de kaak te stellen. Hij liet zich beledigen door Trump die pruttelde dat hij weinig respect had voor militairen die zich gevangen lieten nemen. McCain gebruikte nooit zijn politieke gezag om de ondermijning van civic society door Trump aan de kaak te stellen. Hij stond toe dat de Republikeinen een zetel in het Supreme Court stalen.

McCain stribbelde wel (een beetje) tegen Trump in de voorverkiezingen maar schaarde zich, trouw en fantasieloos Republikein, achter de kandidaat, ‘omdat de kiezers hadden gesproken’. Dat was voldoende reden om zijn gezond verstand op nul te zetten. In zijn eigen campagne in Arizona schoof hij dat jaar naar uiterst rechts om een opstand van de Tea Party extremisten te onderdrukken.

De diagnose van een hersentumor heeft geleid tot vele open doekjes voor McCain. Jammer genoeg gebruikte hij de gelegenheid niet om eens flink af te rekenen met de Republikeinse Partij in zijn 2018-hoedanigheid, maar schreef een tamelijk onopmerkelijk boek. Bij al die overlijdensartikelen die McCain neerzetten als een van de weinige Republikeinen die Trump de maat durfden te nemen is het goed zich te realiseren dat de senator aanzienlijk kritischer was over Barack Obama dan over Donald Trump.

Er is reden genoeg voor bewondering voor McCain maar zijn overlijden is niet voldoende reden om niet kritisch te blijven. Niet alles wat McCain heeft bijgedragen aan de Amerikaanse politiek was positief – sterker, met Palin en zijn keer naar de evangelische nutcases, en zijn weigering Trump echt kritisch te benaderen, leverde hij een bijdrage aan de negatieve richting die de Amerikaanse samenleving is ingegaan.

Hij had meer bewondering verdiend en meer effect gehad als hij gewoon zichzelf was gebleven, een ‘maverick’, een dwarsligger die het zei zoals het was. Dat is precies waar Amerika behoefte aan heeft.

Wees niet zo verbaasd dat Trump aanhangers hem niet laten vallen.

Het Historisch Nieuwsblad had een aardig verhaal over het Iran-Contra schandaal. Vanuit de kelder van het Witte Huis organiseerde de Nationale Veiligheidsraad van Reagan wapenleveranties aan Iran en gebruikte het geld dat ze ermee opstreken om de contra’s in Nicaragua te steunen. Ondertussen werd onderhandeld in Libanon om Amerikaanse gijzelaars vrij te krijgen. Allemaal dingen die verboden waren.

Het Witte Huis was het centrum van illegaal gedrag, al of niet getolereerd of geëntameerd door president Reagan zelf. Niet dat dit veel uitmaakte. Als hij wel toestemming gaf, was het impeachable gedrag, als het Witte Huis totaal out of control was zonder zijn weten, kon hij ook afgezet worden.

Natuurlijk kwam daar allemaal niets van. Reagan verklaarde ‘mistakes were made’ en omdat de Democraten er geen brood in zagen om de man eruit te gooien met nog een jaar te gaan, kon hij blijven zitten en de populaire held van de conservatieven uithangen.

De reden dat ik er hier over schrijf is dat de aanhangers van Reagan er niets om gaven. Ze vonden het helemaal niet erg dat hun held de wet overtrad. Hij had goede bedoelingen, bla bla bla, en ook verder deed Reagan wat zijn fans wilden dat hij deed. Oliver North, de man die de zaak organiseerde, werd veroordeeld en kreeg later gratie van de oude Bush – die zelf volhield van niets te weten, wat ook een leugen was. North was razend populair bij nationalistische rauwdouwers.

Voordat Nixon de steun van zijn achterban verloor duurde heel erg lang, weten we. Idem Reagan. Ik moet eraan denken omdat de Trump fans er geen donder om geven dat hun held de hele zaak bij elkaar loog en de wet overtrad. Doen ze allemaal, riepen ze. Hij blijft op 40 procent populariteit. Ik heb een onaangenaam gevoel dat dit zo zal blijven tot er werkelijk onaangenaam spul aan de orde komt – de smoking gun dat de Russen hem aan een touwtje hebben.

Irritant en gevaarlijk. Maar ik moet me er ook van bewust zijn dat Democraten niet minder dom waren toen Billy Clinton in de problemen kwam omdat hij zijn broek niet aan kon houden. Eindeloos waren mijn discussies met feministen en andere progressieven die me ervan probeerden te overtuigen dat hun held mocht doen wat hij zou willen, omdat hij progressief was. Decennia hadden ze zich ingezet om sexual harassment (seks op de werkvloer tussen ongelijke partijen, qua macht) strafbaar te maken en hop, toen Billy het deed, was het ineens consensual seks.

Ik wil maar zeggen, we moeten niet al te verbaasd zijn dat de aanhang van pussygrabber Trump hem oneindig veel krediet geeft. Ooit kon Billy geen kwaad doen.

De terreur van de katholieke kerk.

Wat gaat het mij aan? Ik heb mijn katholieke opvoeding lang achter me gelaten. De verzuilde wereld waarin ik opgroeide was één grote leugen. Geloofd heb ik nooit dus ik hoefde ook niet met veel pijn afscheid te nemen van iets dat ooit wel degelijk mijn dagelijks leven bepaalde. Ik ging zelfstandig nadenken, bewoog me in een andere wereld en het verdween vanzelf.

Maar wat zal ik u daarmee lastig vallen? Het is een malle en te kleine metafoor, maar de katholieke kerk doet me denken aan het studentencorps. Keer op keer zich misdragend, een club met een sfeer die een normaal persoon niet zou accepteren, met misdragingen die deel zijn van het patroon, en toch een club waar mensen dolgraag lid van willen worden en die ze in hun latere leven met enige nostalgie herinneren. God, ja die, mag weten waarom, maar deze clubs bestaan en ze bloeien.

Waarom wil je lid zijn van een kerk, wil je een geloof delen van een organisatie die keer op keer zich schandelijk misdraagt? Vandaag stond in de New York Times niet alleen een artikel over de pedofilie in Ierland en het aanstaande pausbezoek, maar ook een verhaal over Amerikaanse katholieke ziekenhuizen die weigeren bepaalde medische procedures uit te voeren ‘vanwege hun geloof’ en zo een vrouw die vanwege medische redenen geen kinderen meer wilde, weigerden te helpen. De haren rijzen je te berge, voordat je ontzettend kwaad wordt.

We weten al dat deze wrede kerk mensen die willen scheiden terroriseert. Dat deze wrede oude mannen voorbehoedsmiddelen verbieden. Dit laatste is een lachertje in een wereld die zich van dat verbod op zich niets aantrekt, maar door de macht van die kerk wordt het moeilijk in veel landen om die voorbehoedsmiddelen te verkrijgen als je ze wil. In Amerika, ja daar, kunnen gelovige bedrijven (wat dat ook mag zijn) weigeren Obamacare regels over de beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen voor hun werknemers beschikbaar te stellen. Ga dan ergens anders werken, is het logische antwoord, maar dat doet aan de onzinnigheid van de stellingname niets af.

Het zou mooi zijn als na de onthullingen in Pennsylvania (de zoveelste onthullingen – pedofilie is simpelweg onderdeel van het leven van de katholieke clerus, je kunt er niet omheen) de Amerikaanse katholieke bisschoppen een toontje lager zouden zingen. Ze hebben een te weinig belichte invloed op de Amerikaanse politiek, vooral als hun belang samenvalt met dat van evangelische moralisten die de samenleving hun wil op willen leggen. Het recht van een vrouw op abortus wordt erdoor bedreigd, maar er is zoveel meer. In het Supreme Court zitten nu zes katholieken.

Persoonlijk begrijp ik weinig van geloof. Ik heb het niet nodig, ik wijs het af in de vorm van georganiseerde terreur in het dagelijks leven. Als liberaal gun ik iedereen zijn eigen gekte. Als socioloog begrijp ik het maar al te goed. En ja, mensen vinden er baat bij, ook dat kan ik begrijpen. Hoe ze dat weten te rijmen met de litanie aan misdragingen, dat is me een raadsel. Maar dat moet iedereen zelf maar uitmaken, maar waar deze clubs, corpora of kerkgenootschappen de samenleving proberen hun wil op te leggen, daar is het ook mijn zaak.

Een paar observaties over georganiseerde misdaad, omerta en de leider van de vrije wereld.

Een paar observaties over Trumpistan na de veroordeling van twee van Trumps bende:

De veroordeling van Manafort was lang niet gegarandeerd. Volgens een artikel in de Washington Post had een groot deel van de jury wantrouwen tegen de aanklagers en vooral tegen hun kroongetuige, Rick Gates. De getuige vertelt dat ze zijn getuigenis opzij legden en zich op de feiten concentreerden. Gelukkig waren die voldoende voor de acht veroordelingen. De andere tien gingen niet door omdat één jurylid niet overtuigd was en niet overtuigd wilde worden.

De president van de Verenigde Staten heeft, als een ware maffia baas, bewondering voor een ex-medewerker die zweert bij de Trump-omerta, die niet ‘breekt’. Never mind dat de man een oplichter was, een crimineel, hij verdient de bewondering van de leider van de westerse wereld omdat hij zwijgt. Ik ben benieuwd wat Manafort daar overigens van vindt. Het is een zwijgen met een hoge prijs om voor de bewondering van een proleet als Trump de rest van je leven in de gevangenis te zitten. Misschien gaat hij toch nog zingen – hij was erbij in de Trump Tower, al denk ik persoonlijk dat die collusion niet de collusion is die nodig is om deze criminele medesamenzweerder (met de lafaard die wel zong) uit het Witte Huis te krijgen.

Het verklaart veel van Trumps wens om medewerkers non disclosure overeenkomsten te laten sluiten. Ook zijn praktijk om schandalen af te kopen of via zijn maatje bij de National Enquirer te laten begraven.

De coherentie van een misdadige organisatie als de Trump bende valt of staat met de mate waarin de onderknuppels bang zijn voor de baas, of, zoals het Republikeinse Congres, hem voor eigen gebruik kunnen uitbuiten. Het wordt interessant te zien wanneer dat gaat schuiven.

Ik ben benieuwd wanneer Sarah Huckabee vertrekt. Tot nu toe kon ze met een stalen gezicht de grootste flaters rechtpraten. Nu moet ze de criminele activiteiten van een man die constant tegen haar heeft gelogen verdedigen. Ik moet denken aan de woordvoerder van Gerald Ford, ter Horst, die in 1974 ontslag nam omdat hij de gratieverlening van Ford aan Nixon niet kon verdedigen. Zouden er grenzen zijn voor Huckabee en haar clubje?

Ik vermoed dat in dit proces van uiteenvallen van de Trump bende een aantal ministers die nog steeds aanwezig zijn maar deel zijn van de samenzwering extra aandacht zullen krijgen: Zinke, Carson, de Vos (die net voorstelde om onderwijsgeld voor wapenaankopen te laten gebruiken). Some of the finest people, yes indeed.

Ik denk ook dat de voordracht van judge Kavenaugh voor het Supreme Court wat problemen op gaat leveren. Het wordt relevant hoe de man dacht en denkt over impeachment en na de onthullingen van zijn geperverteerde vragen om Billy klem te zetten, verdient hij extra aandacht.

Dit is de nagel in de doodskist van senator Lindsey Graham, voorheen gezien als een principieel type, vooral door mensen die denken dat de NAVO gered kan worden door lui als Graham en McCain. Het is leuk om Graham te horen uitleggen in 1998 waarom impeachment geen misdaden veronderstelt maar wangedrag genoeg is. Eat your words … klik hier om hem te horen. Graham is nu deel van het Trump complex, bereid om voor het baasje door de hoepel te springen.

Het was fascinerend om Trumps pr baas, Fox’ Hannity te horen razen over Manafort en Cohen. Je weet dat ze compleet geschift zijn daar bij Fox maar het niveau waartoe deze fluim weet te zakken is indrukwekkend. Hij beloofde dat zijn kijkers ‘informatie zouden krijgen die je nergens anders krijgt’. Boy, did he deliver.