Rasmussen altijd onbetrouwbaar

Onze zielepoot tweette gisteren dat hij net zo onpopulair is als Obama was na diens eerste jaar. Altijd competitief, deze narcist, zelfs als hij in zijn paleis in Florida relaxt van het weer great maken van Amerika en de prijzen van zijn nieuwjaarsbal daar flink verhoogd heeft.

Never mind de cijfers, het was een verhaal dat Fox News uitventte en dat Trump zag langskomen. Onweerstaanbaar.

Politieke kenners weten dat ze cijfers van Rasmussen altijd met een korrel, wat zeg ik, met een zak zout moeten nemen. Door de meetmethodes van Rasmussen zit er een afwijking naar traditioneel conservatief in die altijd zichtbaar was in tracking polls voor presidentsverkiezingen. Niemand neemt die cijfers serieus. Behalve deze narcist natuurlijk en zijn staatsomroep.

Mr. Ambassador

Nederland heeft al heel wat rare ambassadeurs over de vloer gehad. Een onbelangrijk land, een trouwe bondgenoot, is een mooie plek om politieke benoemingen neer te zetten, mensen die flink hebben bijgedragen aan de verkiezingskas van de president die hen benoemt. Zo hadden we een pizzakoning, een bankier, een vriendin van Hillary, een hypothekenoplichter en zo nog wat types voor wie de titel van ‘ambassador’, levenslang mee te dragen, belangrijker was dan het werk. De laatste gelukkige was Tim Boas die er twee jaar over deed om goedgekeurd te worden nadat hij was betrapt op rijden onder invloed, en na minder dan twee jaar in Den Haag vertrok om ‘meer tijd door te brengen bij zijn gezin’. De vrouw die de post voor hem vervulde bleef precies twee jaar, de man daarvoor zes maanden.

Het is een patroon. De enige echte diplomaat die we ooit kregen was de in Haagse kringen luid bejubelde Paul Bremer, die in augustus 1983 werd benoemd om Nederland in de pas te krijgen voor de plaatsing van de kruisraketten. De reputatie van Bremer leed onherstelbare schade door zijn klungelige optreden als onderkoning van bezet Irak.

De laatste jaren is de ambassade gerund door de Chargé d’Affairs. De mensen op die posten zijn de beroepsdiplomaten, ze weten waar ze het over hebben en weten hoe het werkt. De politiek benoemde ambassadeurs kunnen niet zonder hen. Wat we de afgelopen decennia hebben gemerkt is dat wij heel goed zonder ambassadeur kunnen. Niemand heeft zo’n politico nodig om zaken te doen.

En nu krijgen we Pete Hoekstra. De nieuwe ambassadeur werd in Nederland geboren maar verhuisde op driejarige leeftijd naar de Verenigde Staten. Hoekstra maakte politieke carrière in de Amerikaanse Biblebelt, in Michigan. Daar werd hij in 1992 gekozen als Afgevaardigde in het Huis, met de belofte dat hij niet meer dan zes termijnen zou dienen – hij brak die door tot 2010 actief te blijven.

In juni 2006 haalde Hoekstra de kranten met een persconferentie dat in Irak chemische wapens waren gevonden. Daar keek het Pentagon van op. Zijn Congrescommissie kreeg in september 2007 de beschuldiging dat het misleidende rapporten produceerde over Irans nucleaire mogelijkheden. Binnenlands liet Hoekstra van zich horen als een van de oprichters van de Tea Party Caucus in 2010. In 2010 probeerde Hoekstra de Republikeinse nominatie voor het gouverneurschap van Michigan te verwerven. Hij verloor. Zelfs voor zijn eigen staat was Hoekstra te conservatief en te controversieel. In 2012 was hij Republikeins kandidaat voor de Senaat. Hij verloor maar zijn campagne veroorzaakte enige opwinding omdat hij inspeelde op anti-aziatische vooroordelen. Bijna nodeloos te zeggen dat Hoekstra tegen het homohuwelijk is, tegen het recht op abortus, tegen legalisering van drugs.

Nog voordat hij Den Haag bereikte gaf Hoekstra zijn visitekaartje af. In getuigenissen voor anti-islamfora had Hoekstra de Fox News onzin herhaald dat er in Amsterdam no go gebieden waren, waar de moslims het voor het zeggen hadden. Hij voegde er aan toe dat politici en auto’s in brand waren gestoken door radicale moslims.

Toen correspondent Wouter Zwart hem daarover ondervroeg, ontkende Hoeksta dat hij dat ooit had gezegd. Hij noemde het ‘fake news’. Zwart speelde voor hem de uitspraken af. Later in het gesprek ontkende Hoekstra dat hij ‘fake news’ had gezegd. Een paar dagen later bood Hoekstra zijn verontschuldigen aan. Dit laatste is het enige onderscheid met president Trump, die Hoekstra benoemd heeft: Trump biedt nooit zijn verontschuldigingen aan. Klik hier voor BBC berichtgeving over Hoekstra’s onzin – en Wouter Zwarts uitstekende journalistiek. Overigens is het onduidelijk waarvoor hij zich precies verontschuldigde. Voor liegen, voor domheid, voor ongevoeligheid, gebrek aan diplomatie of gewoon, voor onbeschaafdheid?

Ergens dit voorjaar zal Hoekstra zijn geloofsbrieven aanbieden aan Koning Willem Alexander. Hoekstra’s probleem is dat hij als persoon volstrekt ongeloofwaardig is. We moeten hem accepteren omdat we zijn ambt accepteren, zoals we het ambt van Amerikaanse president respecteren zonder enig respect voor de man die het ambt vervult. Het zou me verbazen als Hoekstra lang in Nederland zal blijven. Hij zal het hier niet erg aangenaam vinden, hij zal weinig goodwill ontmoeten, noch voor hemzelf noch voor zijn president. Zijn Nederlandse wortels benadrukken des te meer hoe ver we afstaan van de uiterst conservatieve Republikeinen in het heartland van Amerika. Hopelijk zit er een goede chargé d’affairs.

va-banque de spiegel in

Ik ben niet geweldig geïnteresseerd in Camiel Eurlings, de man met de losse handjes. Ik geef nog minder om dat Olympische gedoe dat me vooral duur betaalde vrije tijdsbesteding lijkt.

Maar nu gaat Camiel ‘va banque in de spiegel kijken’. Alleen een katholieke limburger weet wat dat betekent – ik weet het, dat is flauw, maar dit soort wollig, onzinnig taalgebruik maakt degene die het gebruikt dubbel verdacht.

Kamerlid Moorlag (PvdA) moet blijven

De PvdA loopt hoe dan ook schade op van het gedoe rondom kamerlid Moorlag. Ik ben er niet voor om de man weg te sturen.

De opwinding is ontstaan omdat de rechter de schijnconstructie die bestond bij de sociale werkplaats die hij in 2015 ging runnen en die Moorlag niet ophief onrechtmatig verklaarde. Moorlag heeft daarvoor indertijd verantwoording afgelegd aan Asscher, naar ik aanneem toen hij voor de lijst werd gevraagd. Zijn motief was dat het banen redde tijdens een kabinet (met de PvdA) dat flink bezuinigde op sociale werkplaatsen.

Het lijkt me niet netjes om dan nu, in de oppositie en vermoedelijk niet alleen tegen schijnconstructies maar ook tegen bezuinigingen op de sociale werkplaatsen, Moorlag te dumpen omdat de SJ en een stel prominenten daarop aandringen. Te gemakkelijk jongens. Niet passend in beschaafde omgang met elkaar.

Laat Moorlag rustig zitten, zou ik zeggen en geef hem de portefeuille sociale werkplaatsen. Daar heb je meer aan dan dit soort  overhaaste acties.

Het echte fake news van 2017 is dat populisme won

Vandaag op de opiniepagina van de Standaard

Welke populistische revolutie?

Populisme mag Donald Trump het presidentschap opgeleverd hebben, zijn kiezers kunnen zich grotelijks belazerd voelen. Het eerste jaar van Trumps presidentschap leverde zeker geen populistische revolutie op. Integendeel, als Trump iets heeft bereikt dan is het de agenda uitvoeren van de Republikeinse Partij zoals ze die al dertig jaar propageert. De Republikeinen hebben met Trump leren leven, zoals hun onthutsend onderdanige lofuitingen na de aanname van de belastingwet bewezen. En Trump heeft leren leven met de Republikeinse Partij, wetend dat zijn enige twee successen in het Congres, de benoeming van een superconservatief in het Supreme Court en de belastingwet, aan de Republikeinse Senaat te danken zijn.

Als je niet beter wist dan zou je denken dat Trump door de traditionele, door plutocratische belangen gerunde Republikeinse Partij gebruikt was als Trojaans paard. Het is moeilijk voor te stellen dat de Koch-broertjes, de Mercer-familie en de andere financiers en lobbyisten die geld pompen in de Republikeinse politiek, beter bediend hadden kunnen worden dan door deze president. Ze zullen zelf ook verrast zijn geweest. Al hun verlangens zijn werkelijkheid geworden: een immense belastingverlaging voor ondernemingen en hoge inkomens, het terugdraaien van milieu- en werkplaatsbeleid en het vullen van de bureaucratie met lieden die jarenlang tegen beleid van hun departement hadden gelobbyd, een nieuwe vrijheid om natuurgebieden te exploreren, het milieu te vervuilen en hun toch al torenhoge winsten te vergroten.

Hoe kan het dat een populistische opstand tegen de elite uitliep op een klinkende overwinning voor die elite? De crux is cultuur. De opstand, voor wat die waard was, was er een tegen de weldenkende, goed opgeleide, zichzelf moreel hoogachtende en welvarende elite. In 2016 werd die vertegenwoordigd door het ultieme symbool daarvan, Hillary Clinton. Donald Trump mocht dan rijk zijn, hij maakte dat irrelevant door zijn vulgaire optreden dat aansprak juist bij die kiezers die de Republikeinen nodig hadden om een meerderheid te halen. Trumps overwinning was een culturele opstand van twee groepen: de evangelische kiezers die een kans zagen hun onderwerpen door te drukken en de kiezers die zich genegeerd voelden door de Democratische én de Republikeinse elite. De rest van zijn kiezers waren gewone anti-overheids Republikeinen die normaliter nooit een meerderheid konden vormen.

Het spreekt voor Trumps gaven van intuïtie en onderbuikgevoel dat hij nog steeds populair is bij dat deel van de kiezers die hoopten dat hij Washington op zijn kop zou zetten. Deze kiezers blijven hem steunen, zo lijkt het, ook al heeft hij hen economisch uitgekleed. Trump heeft hen niets gegeven behalve het gevoel dat iemand naar hun aard in het Witte Huis zat: een hork met autoritaire neigingen en een aanvechting om iedere vermeende aanval op zijn ego te beantwoorden met losgeslagen tweets. Deze kiezers vinden het niet erg dat hij white supremacists, neonazi’s en ordinaire racisten legitimeert, rechters en de media verdacht maakt. Trump biedt nooit, never nooit niet, zijn verontschuldigingen aan voor leugens, bedrog of uitspraken en gedrag een president onwaardig – en zijn kiezers waarderen dat. Ze zouden willen dat ze zelf de hork uit konden hangen. Ze hebben bewondering voor de krasheid van zijn gedrag.

Zolang er geen economische crisis losbarst en een buitenlandse crisis uitblijft, zullen culturele onderwerpen, vormgegeven door een president met losse tweeterhandjes, de discussie blijven bepalen. Dat betekent dat Trump zal doorgaan met wat hij het afgelopen jaar deed. Het is mogelijk dat Republikeinen in het Congres afstand zullen nemen maar dat lijkt sinds hun lofuitingen in december een stuk moeilijker. Ze zwemmen met hem of verzuipen met hem.

Democraten zijn na de overwinning in Alabama hoopvol gestemd. Dat is onverstandig. Ze hebben in de Senaat aanzienlijk meer zetels te verdedigen dan de Republikeinen en in het Huis een wel heel grote achterstand goed te maken. We weten Democraten niet erg goed zijn in het genadeloos en opportunistisch uitbuiten van culturele tegenstellingen – in elk geval niet zo goed als de Republikeinen. Om te winnen moeten Democraten meer doen dan Trump-stemmers overhalen want de teleurstelling over Trump is (nog) niet groot genoeg om daarop te kunnen bouwen. Ze zullen hun kracht moeten vinden in het motiveren van potentiële kiezers die nu al weten dat zij het slachtoffer zijn van deze regering: de mensen die met Obamacare voor het eerst verzekerd waren, slachtoffers van slecht onderwijs, mensen op en rond het minimumloon, etnische groepen, vrouwen. Het zal nog lastig worden. Misschien helpt Trump hen naar de stembus te krijgen.

Na een jaar Trump moet je vaststellen dat het land stevig in de greep van de president zit, wat de populariteitscijfers ook mogen zeggen. Je hoeft niet populair te zijn om macht uit te oefenen, zeker niet als de partij die het Congres domineert je daarbij helpt. Al kan de kiezer die in november 2016 op de populist stemde nauwelijks gelukkig zijn met dit jaar Trump, het vergt meer tijd en meer schade voordat die kiezer bereid is toe te geven dat hij of zij een gigantische fout gemaakt heeft. Tot dan is de onaangename werkelijkheid dat Donald Trump degene is die bepaalt hoe Amerika eruit ziet.

We weten nu dat dit in de praktijk betekent dat de traditionele Republikeinse Partij de macht heeft. De populistische ‘revolutie’ is geen revolutie gebleken maar een machtsgreep van de Republikeinse elite. Denk wat u wilt van Steve Bannon, de ontslagen adviseur van Trump, maar hij heeft gelijk te stellen dat de kiezers zich bedrogen moeten voelen. Trumps grootste, alomvattend belofte was immers dat hij het moeras in Washington, de swamp, zou dempen. Hij is erdoor opgeslokt.

Veel beelden strijden om voorrang maar voor mij was de laatste Witte Huis foto van 2017 veelzeggend. We zien de president omringd door de Republikeinen in het Congres, tevreden kijkend en luisterend naar hun leiders die Trump de hemel in prezen. En waarom zouden ze ook niet? Hij doet wat zij willen. Het grootste fake news van 2017 was dat populisme had gewonnen.

 

Bekende Nederlanders?

Misschien ligt het aan mij. Het ligt vast aan mij. Zojuist de bijlage van de NRC Het jaar in interviews doorgebladerd. Geen enkel interview gelezen, merkte ik. Het grootste deel van deze mensen ken ik niet, de rest interesseerde me niet.

Gek is dat. Ik heb dat steeds vaker met de krant: ik blader en realiseer me dat het niet echt interesseert. Misschien komt het omdat ik de Financial Times en de New York Times al heb gelezen, of dat ik niet op de hoogte ben van wat de Nederlander bezig houdt (eh, op de Correspondent werd het jaar van Boef uitgeroepen !? geen idee waar dat over ging).

Misschien is het leeftijd. Of een versterking van waar ik een paar jaar geleden over schreef in Hellup, ik haak af. Het gevoel van: laat maar.

Enfin, prettige kerst.

De aanbidding van de grote leider

In goed Amerikaans heeft het ‘sucking up to Trump’ of, iets platter, ‘brownnozing’.

Het hele kabinet (Mattis uitgezonderd) heeft in juni als eens te kijk gestaan als een kudde voetenlikkers of inderdaad, kussers van het gebied waar hun neus bruin van wordt. Maar de kampioen onderdanigheid, een dictatuur waardig, is Mike Pence, de vicepresident. Het is waar, hij kan alleen de psycho danken dat hij van een mislukte gouverneurspost in Indiana op een hartslag van het presidentschap is gekomen, maar toch. Kijk en pas op dat u niet gaat kokhalzen.

Pence brownnozing.

Baudet en de racisten: goed werk van de Correspondent

Er was gedoe deze week over een artikel in de Correspondent waarin werd verteld dat Thierry Baudet een lange, gezellige ontmoeting had met een white supremacy extremist (sorry, dat is dubbelop). Gewoon, informatievergaring zei onze eigen Cicero. Dat geloof ik wel, ik denk dat hij graag hoort van mensen die denken zoals hij om zijn eigen gedachten te scherpen.

Wat me verbaasde was de onzindiscussie die volgde op de Correspondent zelf, waarop ik me net weer geabonneerd had en waarvan ik dacht dat vooral verstandige mensen het lazen. Het artikel, goed geschreven en terecht Baudet confronterend met zijn eerdere uitspraken en zijn duikgedrag als dat zo uitkomt, werd neergesabeld als niet journalistiek waardig.

Ik begrijp dat niet. Kamerleden die zich ophouden met ongure types die een publieke rol vervullen – een hele Koude Oorlog lang was dat een kus des doods voor linkse mensen. Bolkenstein dook er meteen bovenop. De journalistiek moet deze banden blootleggen. Goed werk van de Correspondent.

En laten we niet vergeten dat Baudet en de haatzaaier zelf op de Trump conventie aanwezig waren en contact zochten met dit soort types. Kijk nogmaal naar Baudet kalverliefde voor Milo Yannopoulis, een dommig figuur dat meelift op Trumps bigote vertoningen. Dit is de ware Baudet en dat kan hij niet verstoppen achter onzinnige Latijnse citaten.

Nog zo’n psycho: Leon de Winter

Ik wist dat Leon de Winter er maffe ideeën op nahield. Hij heeft een column in de Telegraaf waar hij ze aan de lezers mag voorleggen.

Die krant zie in normaliter niet, maar ik pikte deze week  een exemplaar op in de trein.

Het is niet zo dat ik schrok, het is en blijft uiteindelijk de Telegraaf, wel stond ik versteld over de onzin die deze man debiteert. Hij gelooft blijkbaar alles wat Alex Jones en de samenzweringsidioten in Amerika vertellen, wat Fox News oplepelt, en wat zijn collega psycho aan presidentiële diepe gedachten uit.

De FBI is een grote samenzwering die heel 2016 gebruikte om Clinton president te maken en nu probeert Trump kwijt te raken. Zo vat ik maar even die column samen.  De Winter is een gelovige. In de heilige Trump en in de onzin om hem heen.

Ik hoor dat deze De Winter wel eens mag optreden in de borrelshows. Geen idee waarom. Hij weet van toeten noch blazen en heeft meer dan een steekje los.